Vertrouwenspersoon binnen de organisatie verplicht?

Op 23 mei 2023 is er in de Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel aangenomen dat werkgevers verplicht om een vertrouwenspersoon aan te wijzen. Wat betekent dit voor jou als werkgever? Janneke van Gaal-Janssen, jurist, legt het uit in de OOvB-blog van deze week. 

Met het initiatiefwetsvoorstel wordt beoogd om iedere werknemer een wettelijk recht op toegang tot een vertrouwenspersoon te geven.

Daarnaast wordt de positie van de vertrouwenspersoon in de organisatie versterkt. Het wetsvoorstel moet bijdragen aan het terugdringen van ongewenst gedrag op de werkvloer en het creëren van een veilige werkomgeving voor alle werknemers. Om dat te bewerkstelligen zal de Arbeidsomstandighedenwet worden aangepast. Het wetsvoorstel bevat de volgende onderdelen:

  • werkgevers met ten minste tien werknemers zijn verplicht tot het instellen van in ieder geval één interne of externe vertrouwenspersoon;
  • de vertrouwenspersoon moet beschikken over voldoende deskundigheid en ervaring en onafhankelijk en zelfstandig kunnen handelen (werkgever moet hierin faciliteren);
  • de vertrouwenspersoon krijgt wettelijk een aantal ‘basis’ taken zoals het opvangen, begeleiden en adviseren van een werknemer die te maken heeft (gehad) met ongewenste omgang, het geven van voorlichting aan werknemers en het afleggen van verantwoording over de verrichte werkzaamheden;
  • de wet legt de vertrouwenspersoon geheimhouding op én de vertrouwenspersoon mag niet worden benadeeld en ontslagen vanwege het bekleden van de vertrouwenspersoonsfunctie;
  • de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging (indien deze aanwezig zijn) heeft het recht om instemming te geven op de aanstelling, verlenging of beëindiging van de vertrouwenspersoon.

Op 12 september jongstleden is duidelijk geworden dat voornoemde initiatiefwet niet controversieel is verklaard. De behandeling van het initiatiefwetsvoorstel kan dus gewoon doorgang vinden. Het is nu aan de Eerste Kamer om voor óf tegen invoering van de wet te stemmen.  

Afhankelijk van het aantal werknemers geldt voor werkgevers een invoeringstermijn van vier maanden (bij meer dan 250 werknemers), 8 maanden (50-250 werknemers), 12 maanden (10-25 werknemers). Deze ruimere invoeringstermijn moet kleinere bedrijven voldoende tijd geven om het goed te regelen.

Heb jij nog vragen na het lezen van deze blog? Neem contact op met onze juristen. Zij helpen je graag verder.