Bedrijfsspecifiek meten van emissies uit stallen

De veehouderijsector en overheden werken aan een nieuw vergunningensysteem waarbij niet de maatregel (emissiearm systeem) maar het doel (toegestane emissie op bedrijfsniveau) wordt voorgeschreven.

Een werkgroep samengesteld uit wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR), TNO, het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en de Vlaamse instelling voor Technologisch onderzoek VITO) heeft een nieuw protocol voor emissiemetingen in stallen opgesteld. Het rapport ‘Richtlijnen voor emissies uit veestallen’ is opgesteld in opdracht van de ministeries van LNV en I&W en RVO.

Het rapport biedt richtlijnen voor de wijze waarop de verschillende typen emissies bedrijfsspecifiek kunnen worden gemeten bij een doelvoorschriftvergunning. Ook geeft het richtlijnen over de inzet van sensoren bij deze metingen. De richtlijnen richten zich op gassen, (fijn)stof en geur. Vooralsnog zijn ze voorlopig alleen van toepassing op mechanisch geventileerde stallen met varkens, kippen en vleeskalveren.

Door te meten zoals voorgesteld in de richtlijnen weet de veehouder wat de werkelijke stalemissies zijn. Daarmee kan deze het effect van technologieën en genomen managementmaatregelen volgen en zo nodig bijsturen om binnen de vergunning te blijven. Overheden kunnen de vergunningverlening juridisch baseren op de werkelijk gemeten waarden. Daarmee kan gecontroleerd worden of de ondernemer binnen de vergunde ruimte blijft.