Het voordeel van de hypotheekrenteaftrek is in de afgelopen jaren langzaam afgebouwd via nieuwe belastingmaatregelen. Luuk Gevers, junior fiscalist, legt in deze wekelijkse OOvB-blog uit waarom dit met name nadelig uitpakt voor belastingplichtige met een hoog inkomen.
In het kort is het maximale tarief waartegen de hypotheekrente kan worden afgetrokken steeds lager geworden. Sinds 2020 is het aftrektarief steeds verlaagd met 3%. Vanaf 2023 is het maximale aftrekpercentage gelijk aan dat van de eerste schijf.
Wanneer is dit nadelig?
Deze aftrekbeperking is nadelig voor belastingplichtige met een hoog inkomen. In 2023 gaat dat om een inkomen van meer dan €73.031,- en in 2024 gaat dat om een inkomen van meer dan 75.518. Een belastingplichtige met een inkomen van boven deze inkomensgrenzen betaalt 49,5% belasting over dat inkomen.
Vereenvoudigd is dat bij een inkomen van 100.000,- in 2023 als volgt:
|
Schijven |
Inkomen in deze schijf |
Tarief |
Belasting |
|
Schijf I Tot 73.032 |
€ 73.032 |
36,93% |
€ 26.970 |
|
Schijf II vanaf 73.032 |
€ 26.968 |
49,5% |
€ 13.349 |
|
Totaal |
€ 100.000 |
|
€ 40.319 |
Normaal zou de hypotheekrente bij dit inkomen worden afgetrokken van het inkomen in het hoogste tarief. Stel dat de hypotheekrenteaftrek € 8.000,- is, dan zou dat tegen 49,5% worden afgetrokken. De nieuwe maatregel corrigeert deze aftrek waardoor in 2023 de hypotheekrente nog maar tegen 36,93% wordt afgetrokken. Hierdoor is er 12,57% minder recht van aftrek.
Heb jij vragen over de hypotheekrenteaftrek? Stel ze ons, we helpen je graag verder.
